4 min read

Hoe een gedragscode de positie van werkenden kan versterken

Hoe een gedragscode de positie van werkenden kan versterken
💡
Goedemorgen! Vandaag (maandag 3 april) vertrek ik met mijn gezin voor 4 maanden op wereldreis. De reis gaat vandaag via Brussel en Frankfurt naar Windhoek (Namibië). Woensdag start een reis van 10 weken in een jeep met tenten op het dak door zuidelijk Afrika om vervolgens de laatste 7 weken van onze reis Indonesië te verkennen. Omdat je mooie dingen in het leven niet moet uitstellen en er altijd wel een 'ja maar' te bedenken voor alles dat je ooit nog een keer wil doen.

Gedurende deze periode zal de nieuwsbrief zoals je hem kent niet verschijnen. Wel zal ik af en toe (ik vermoed maandelijks) een blog delen via deze nieuwsbrief.

In deze editie deel ik een podcast en blog over de Crowdsourcing Code die ik maakte namens de WageIndicator Foundation: een organisatie waar ik als onafhankelijke professional al meer dan 2 jaar aan ben verbonden. Mooie dag(en)!

Martijn

In Duitsland sloten crowdwork-platformen zo’n 5 jaar geleden een gedragscode af om werkenden beter te bedienen. Hoe succesvol is dit initiatief? En wat kunnen wij ervan leren?

In Duitsland werken acht platformen via een gedragscode, de zogenaamde ‘Crowdsourcing Code’. In dit document staan afspraken over onder andere een eerlijke vergoeding voor werkenden. De code is een initiatief van het in München gevestigde softwaretestplatform Testbirds. Deze casus is vermeld in meerdere onderzoeken, maar nog niemand had de moeite genomen om er echt diep in te duiken. Dus stapte ik namens de WageIndicator Foundation in de trein naar München en sprak hier Markus Steinhauser, Chief Operating Officer (COO) van crowdworkplatform Testbirds en initiatiefnemer van de gedragscode. In deze blog deel ik mijn inzichten.

Het interview is te beluisteren als aflevering van The Gig Work Podcast.

Hoe het begon

De gedragscode is opgezet in 2015, toen er een negatief beeld over platformen in de Duitse politiek en media heerste. Na een bijeenkomst hierover met andere platformondernemers, nam Markus het initiatief voor een gedragscode om beter om te gaan met werkenden. Uiteindelijk sloten acht platformen zich aan. Dit zijn allemaal zogenaamde ‘crowdwork’-platformen, waar het werk grotendeels online plaatsvindt. De aangesloten platformen bedienen gezamenlijk meer dan twee miljoen platformwerkers.

De code

De gedragscode is specifiek gericht op crowdwork, omdat digitale platformwerkers andere behoeftes hebben dan bijvoorbeeld taxichauffeurs of maaltijdbezorgers. De gedragscode is gebaseerd op een enquête onder werkenden en overleg tussen de platformen. Er zijn 10 principes:

  1. Taken komen overeen met wet- en regelgeving
  2. Verduidelijking van juridische situaties
  3. Eerlijke betaling
  4. Motiverend en goed werk
  5. Respectvolle interacties
  6. Duidelijke taken en binnen een redelijk tijdsbestek
  7. Vrijheid en flexibiliteit
  8. Constructieve feedback en open communicatie
  9. Gereguleerd goedkeuringsproces
  10. Gegevensbescherming en privacy

De crowdwork-ombudsman

De ‘crowdwork-ombudsman’ is sinds 2017 ook onderdeel van de gedragscode. Dit is een orgaan waar platformwerkers terecht kunnen bij vragen of conflicten met platformen. Sinds de oprichting heeft deze ombudsman meer dan honderd casussen behandeld.

In het orgaan zijn verschillende stemmen vertegenwoordigd:

  1. Een neutrale voorzitter;
  2. Een vertegenwoordiger van de Duitse Crowdsourcing Association;
  3. Een vertegenwoordiger van de Duitse Trade Union Confederation (DGB);
  4. Een vertegenwoordiger van een van de aangesloten platformen;
  5. Een platformwerker die is geregistreerd bij een van de aangesloten platformen.

Steun van de vakbond

De gedragscode wordt namelijk ook officieel ondersteund door de Duitse Crowdsourcing Association ("Deutscher Crowdsourcing Verband") en ook vakbond IG Metall sloot zich in 2017 aan. De vakbond juicht deze vorm van zelfregulering onder platformen toe, maar benadrukt dat de overheid uiteindelijk ook met regelgeving moet komen. Die constructieve houding van de vakbond is mooi om te zien. De vakbeweging is het zeker niet eens met alles wat de platformen doen, maar houdt op deze manier de vinger aan de pols en ontdekt nieuwe mogelijkheden om werkenden te steunen.

Hoe de aandacht met de tijd verslapt

De grote uitdaging van zo’n gedragscode is hoe je op lange termijn de motivatie behoudt, zodat het initiatief kan groeien. In 2015 had het project een urgente aanleiding, maar momenteel lijkt de aandacht van de aangesloten platformen verslapt. Van de acht platformen refereren er slechts twee naar de ombudsman. Alleen Testbirds communiceert de gedragscode duidelijk op de website.

Er wordt dan ook niet actief gestuurd op het nakomen van de verplichtingen. Als ik via Waybackmachine.org de website door de jaren heen bekijk, lijkt er al tijden niets veranderd. Sinds 2017 zijn de principes, die toch vrij generiek zijn, niet doorontwikkeld.

Hoe het beter kan

In de ideale wereld zouden de platformen zelf de Crowdsourcing Code doorontwikkelen en de werkenden daar actief bij betrekken. Ze zouden de principes veel tastbaarder maken en de code serieus naleven. Wie dat niet doet, zou daarvoor gestraft worden. De platformen zouden samenwerken om het aantal aangesloten partijen te vergroten: van platformen tot  publieke stakeholders.

In de praktijk zijn de (veelal kleine) organisaties vooral bezig met de waan van de dag. De gedragscode optimaliseren hoort niet tot de kern van de organisatie. Het is bewonderenswaardig hoe Markus zich nu al acht jaar inzet voor de code en tegelijkertijd zijn bedrijf uitbreidt naar het buitenland. Maar hij kan het niet alleen. Voor langetermijnsucces moet een dergelijk initiatief na verloop van tijd worden geadopteerd door de verschillende stakeholders. Het moet platformen en vakbonden wat waard zijn om een dergelijk initiatief serieus uit te bouwen. Want ook de vakbond lijkt ‘te gast’, terwijl zij een gelijkwaardige partner zou kunnen zijn.

Na verloop van tijd zouden de initiatiefnemers de code kunnen borgen in een stichting met een eigen geldstroom. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zou zich hier ook kunnen aansluiten. Dit zou ook de onafhankelijkheid en betrouwbaarheid van de code versterken: nu is deelname voor platformen nog te vrijblijvend. Een dergelijk initiatief verdient veel meer aandacht en energie, zodat het kan groeien en de impact vergroten.

Conclusie

De Crowdsourcing Code is een uniek voorbeeld dat laat zien dat het mogelijk is afspraken te maken tussen platformen. Daarnaast vind ik het mooi dat een vakbond het aandurft om mee te werken, zonder daarbij alle activiteiten van platformen goed te keuren.

Hoewel er nog veel potentie in het initiatief zit, vraag ik me af of de platformen dit ooit volledig op eigen kracht zullen realiseren. Om eruit te halen wat er in zit is het belangrijk dat alle betrokkenen ambitie tonen en hun verantwoordelijkheid nemen en bereid zijn om het initiatief onafhankelijk te borgen. Omdat het verbeteren van de positie van werkenden een gezamenlijke verantwoordelijkheid is.

Beluister de podcast met Markus Steinhauser, COO van Testbirds en oprichter van de Crowdsourcing Code.